Het ervaringsverhaal van Anna Nordbeck, AIOS neurologie
In mijn opleiding neurologie word ik in iets minder dan 6 jaar tijd goed voorbereid in het opsporen en behandelen van neurologische aandoeningen zoals beroertes, hernia’s, ziekte van Parkinson en epilepsie. Wij worden getraind in differentiëren tussen wel/geen neurologische oorzaak van de klachten en verwijzen laagdrempelig retour naar de huisarts als we er niet uitkomen met als conclusie; ‘thans geen onderliggende neurologisch substraat’.
In werkelijkheid kunnen wij van ongeveer 50% van onze patiënten de klachten die zij ervaren onvoldoende of volledig niet medisch verklaren. Vage klachten noemen wij ze vaak, omdat wij ze als arts niet goed begrijpen. In werkelijkheid zijn de klachten die de patiënt beschrijft helemaal niet vaag: de patiënt kan ze vaak haarfijn beschrijven.
Als arts wil je het liefste een probleem met een duidelijke verklaringen: iemand heeft pijn, deze pijn correspondeert met een afwijking op de scan en hier gaan we wat aan doen. Helaas werkt het lichaam niet zo eenvoudig. De pijn correspondeert bijvoorbeeld wel met de scan, maar zoveel pijn daarbij? Of de pijn correspondeert met geen enkele scan. Via gesprekstherapieën hebben we geleerd te vertellen dat we niet alle klachten in de medische wereld begrijpen, dat dit vaker voorkomt, dat de patiënt niet gek is, dat veel klachten vanzelf weer overgaan, dat (indien de klacht aanhoudt) er eventueel psychologische begeleiding mogelijk is om te leren omgaan met de klacht. Dit heb ik jaren zo gedaan in mijn opleiding. Tot ik ben gestuit op mensen die mij hebben leren inzien dat er niet zoiets is als een gescheiden lichaam en een geest, maar dat deze onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Misschien is dit inzicht nog wel het meeste tot verbeelding gekomen door dit te onderzoeken bij mezelf.
Als arts leer je onvoldoende tijdens de opleiding dat deze ‘vage’ klacht wel degelijk een oorzaak heeft en wel degelijk te behandelen is. De oorzaak van de klacht is inderdaad niet goed aan te wijzen op een scan, maar bij meer verdieping in een patiënt wel degelijk te vinden. Dit beschouw ik als een gemis in onze opleiding. Er ontstaan hierdoor soms onnodige conflicten met een patiënt, omdat die zich onbegrepen voelt door een arts, die een patiënt inderdaad niet goed begrijpt. Enerzijds is dit duur, want een patiënt zoekt vaak door met een volgende arts. Tevens blijft de patiënt onnodig lang met zijn klachten zitten. Daarnaast is dit frustrerend voor de arts, hier heeft hij/zij niet jaren voor gestudeerd.
Ik heb het geluk gehad dat ik dokter Judith Kocken heb mogen ontmoeten en een ochtend mee heb mogen kijken in haar prachtige kinderziekenhuis. Wat ik daar heb meegemaakt en gezien kan ik niet goed beschrijven, laat staan op papier zetten. Samenvattend zou ik zeggen: iets met heel veel (onvoorwaardelijke) liefde, passie, rust, acceptatie, vertrouwen en compassie. Collega’s vragen als ik vertel dat ik bij een holistisch arts ben geweest ‘hoe was het dan?’. Het enige wat ik dan zeg is: ‘ ik zou het jou ook zo gunnen om daar eens blik te werpen’. Het was bijzonder en inspirerend, er heerst daar een fijne en rustige sfeer. De gehele setting van haar kinderziekenhuis voelt warm. Ik heb zelden een arts ontmoet die zo zijn/haar hele ziel en zaligheid in zijn/haar patiënt stopt. Het bezoek heeft me ook wat in de war gebracht. Een goede in de war. Wat voor arts wil ik zelf zijn als ik straks neuroloog ben? Kan ik iets van een brug slaan tussen 2 werelden? Hier heb ik nog geen duidelijke antwoorden op. Ik vind het moedig en knap hoe Judith hierin haar eigen weg heeft gevonden en daar vol voor is gegaan!
Judith, veel dank voor de bijzondere ervaring
Anna Nordbeck
Augustus, 2019