Op mijn spreekuur komt Iris, een meisje van 6 jaar, met haar ouders. Sinds een jaar heeft Iris toenemend last van buikpijn, moeheid, eczeem en huilbuien. Haar ouders zijn meerdere keren met haar naar de spoedeisende hulp geweest en maken zich zichtbaar zorgen. Eten is ook steeds een groter probleem: fruit en groente wil Iris niet meer eten, wel de potjes babyvoeding die haar jongere broertje krijgt. Het naar bed gaan duurt urenlang en resulteert vaak in een strijd waarbij Iris een huilbui krijgt. Wanneer ze in bed ligt komt ze vaak naar beneden en heeft ze last van eczeem en jeuk. ‘Ik ben er wel klaar mee,’ zegt vader. ‘Bij het ziekenhuis waar we eerder zijn geweest hebben ze geen oorzaak gevonden, maar er moet toch iets zijn? Want het probleem wordt steeds groter en mijn werk kan ik zo niet goed doen. Bovendien werkte mijn vrouw voorheen fulltime in ons bedrijf en is ze nu met name met de kinderen bezig.’

Succesvol maar opgebrand

Regelmatig worden de ouders gebeld door de leerkracht van school dat het niet meer gaat en moeten ze Iris ophalen. Iris’ ouders hebben een groot bedrijf. Ze zijn internationaal succesvol en hebben voordat ze kinderen kregen in allerlei landen in het buitenland gewoond, met twee honden. Een jaar geleden zijn de honden kort na elkaar overleden. ‘We hadden het zo goed met elkaar en de honden, en sinds de kinderen er zijn gaat er van alles mis in ons leven,’ zeggen de ouders. Ze zien er vermoeid uit en tijdens het eerste bezoek gaat de telefoon van vader zes keer. Moeder ziet er uitgeput en mager uit. Moeder en Iris huilen als ik vraag of ze de honden missen, en zoeken troost bij elkaar.

Chronische stress

Wanneer er langdurige klachten zijn, in dit geval buikpijn, moeheid en eczeem, vraagt het lichaam door middel van de pijn aandacht voor een onderliggende interne oorzaak. Het lichaam staat continu in verbinding met het denken en de emoties, ze wisselen aan de lopende band informatie uit, als twee handen op een buik. Wanneer een kind in plaats van vooruit gaat in ontwikkeling teruggaat, door gedrag te laten zien dat hoort bij een (veel) jongere leeftijd, betekent dit meestal dat er sprake is van chronische stress.

Medeafhankelijkheid

Ik krijg door dat er sprake is van medeafhankelijkheid bij de ouders, wat bij Iris voor chronische stress zorgt. Bij medeafhankelijkheid (codependentie) zet je de gevoelens en behoeften van een ander boven die van jezelf. In relatie met andere mensen (familie, vrienden, werkrelaties) maakt een medeafhankelijk persoon zichzelf ondergeschikt en klein. Je cijfert jezelf weg, bent vooral beschikbaar voor anderen en geeft je grenzen niet aan. Iris’ ouders herkennen het willen pleasen van elkaar én de twee kinderen, vrienden, hun medewerkers en klanten. Voor beide ouders is het een eye opener om te zien dat ze overal overantwoordelijkheid voor willen nemen als gevolg van hun eigen medeafhankelijkheid.

Medeafhankelijkheid als overlevingsstrategie

De ouders hebben elkaar als een magneet aangetrokken en komen beiden uit een gezin waarin er onveiligheid en emotionele verwaarlozing was. Om als kind te kunnen overleven in zo’n situatie kan er medeafhankelijkheid onstaan. En wanneer je opgroeit, voel je (onbewust) veilig bij dezelfde soort mensen bij wie je als jong kind de nare ervaring hebt gehad. De moeder had verlatingsangst ontwikkeld en deed ontzettend haar best om iedere relatie hoe dan ook succesvol te maken, ook al was deze niet gezond. De vader had juist bindingsangst ontwikkeld en vluchtte in zijn succesvolle bedrijf. Dit is dezelfde medeafhankelijkheid in een andere vorm. In de basis is er een aanname dat iedere relatie of contact toch uitloopt in een probleem en verlies. Alleen al het herkennen van deze patronen bij jezelf kan veel doen.

De controle terugkrijgen

In een gezin met jonge kinderen kan het een uitdaging zijn om de balans te behouden tussen je eigen gevoelens en behoeften en die van je kinderen, die als ze jong zijn afhankelijk zijn van jouw zorg, voeding, liefde en veiligheid. In de medische behandeling ligt voor dit gezin de focus dan ook op het leiderschap over hun eigen gezondheid terugkrijgen. Je kunt niet overal controle over hebben, maar je kunt wel de regie terugkrijgen over je houding ten opzichte van de realiteit, en je eigen inspanning. In dit gezin werken we samen aan zelfvertrouwen, het hervinden van rust en ontspanning, en het doorvoelen van oude gevoelens van pijn en gemis. De ouders gebruiken korte meditaties, mindfulness oefeningen, en aanraking bij het avondritueel van hun kinderen.

Zelfcompassie

Wanneer innerlijke leegte een eigen plek krijgt, is het niet meer nodig de pijn van leegte in jezelf op te vullen met medeafhankelijk gedrag. Zelfcompassie betekent aanwezig zijn bij jezelf, ook al is wat je ervaart pijnlijk of naar. In de loop van de tijd is in dit gezin autonomie ontstaan. De zoektocht naar bevestiging bij een ander is verminderd en zorgen voor de kinderen of werken zijn geen ‘drugs’ meer die tijdelijk geluk geven. De ouders maken het goed, werken minder en hebben meer me time. ‘We zijn thuis gekomen bij onszelf,’ zegt vader. Met Iris gaat het goed, de klachten zijn verdwenen en de medische behandeling is afgerond.

27 oktober 2021